Es gibt noch keine deutschsprachige Anmerkungen. Präsentiert wirden Anmerkungen auf Niederländisch.
Fectio was een Romeins fort (Latijn: castellum) in de provincie Neder-Germanië (Germania Inferior) aan de noordgrens van het Romeinse Rijk (de limes). Het castellum maakte daarin deel uit van een gordel van legerkampen (castra) en verdedigingstorens (turres).
De eerste opbouw van het castellum stamt uit de tijd van de Romeinse keizer Augustus (27 v.Chr - 14 n.Chr). Vermoedelijk is Fectio in het jaar 4 of 5 n. Chr. gebouwd. Fectio lag strategisch, omdat enkele kilometers naar het westen de Vecht aftakte van de Rijn. Via de Vecht kon Frisia worden bereikt en via de Rijn het gebied van de Cananefaten. In het jaar 47 werd de Rijn de noordgrens van het Romeinse Rijk en kreeg Fectio een defensieve rol.
Aan het einde van de eerste eeuw zijn hier afdelingen infanterie en cavalerie van II Brittanorum en I Flavia Hispanorum gelegerd. Eind tweede en begin derde eeuw zijn hier Thracische ruiters gestationeerd, de ala I Thracum. Mogelijk was Fectio ook een vlootstation voor de Romeinse vloot Classis Germanica maar harde bewijzen ontbreken. Fectio is, na de legioensvestiging in Nijmegen, de oudste en grootste militaire versterking van de Romeinen in Nederland. Bovendien was het stenen castellum van Fectio het grootste van West-Nederland en het enige dat onderdak heeft geboden aan een voltallige afdeling cavalerie.
Fectio is regelmatig verwoest en herbouwd. Zeven keer gebeurde dit van hout en de achtste keer (tussen 211 en 235) werden de hoofdgebouwen en vestingmuren van tufsteen opgetrokken.
Tussen 270 en 275 verlieten de Romeinen Fectio. Uit archeologische sporen blijkt dat toen brand gewoed heeft. De restanten van Fectio zijn hergebruikt voor de bouw van de eerste Utrechtse kerken. De Frankische hofmeier Karel Martel schonk daarbij in 723 onder meer Fectio en het enkele kilometers verderop gelegen voormalige Romeinse fort Traiectum aan het monasterium in Utrecht.
Diverse inscripties en stempelafdrukken zijn in de loop der eeuwen bij het voormalig castellum aangetroffen. Deze bevonden zich onder meer op aardewerk zoals dakpannen, en op grafstenen. Een aantal votiefstenen maakten deel uit van deze vondsten. In 1869 werden er bijvoorbeeld twee aangetroffen bij bouwwerkzaamheden voor het nieuwe fort. Bij archeologische opgravingen in 1995 en 1996 werden onder meer een wijnvat met een ingebrand stempel van keizer Caligula en een votiefsteen gewijd aan de moedergodinnen aangetroffen.123
Het Provinciaal Utrechts Genootschap van Kunsten en Wetenschappen verzamelde in de 19e eeuw ruim 10.000 vondsten uit de archeologische opgravingen in Fectio voor hun collectie. Deze collectie werd in 1995 overgedragen aan de gemeente Utrecht en is toegevoegd aan het Centraal Museum.
Zie ook
Referenzen
- ↑Polak, M. & S.L. Wynia, 1991. The Roman forts at Vechten. A survey of the excavations 1829-1989. Oudheidkundige Mededelingen uit het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden 71, blz. 125-156.
- ↑Zandstra, M.J.M., Polak, M. 2012. De Romeinse versterkingen in Vechten-Fectio. Het archeologisch onderzoek in 1946-1947 (Auxiliaria 11). Nijmegen, Auxilia.
- ↑Dijk, K.M. van 2014. Terreinencatalogus voor de werelderfgoednominatie Romeinse Limes. Amersfoort, Buro de Brug, catalogusnummer 4.2.8
Fectio was a Roman castellum in the province Germania Inferior established in the year 4 or 5 AD. It was located at the place where the river Vecht (Fectio) branched off from the Rhine, leading to Lake Flevo, which was later to become the Zuiderzee. This was near the modern village of Vechten. Under emperor Claudius, Fectio became part of the Limes Germanicus. The archeological site contains the remains of a fort, port, cemetery, and a civilian settlement. In 1995, it was submitted to be a World Heritage Site and is currently on the tentative list.1
In the first centry, troops stationed here were from II Brittanorum and I Flavia Hispanorum. At the end of the second century and the beginning from the third ala I Thracum were stationed here.
2Referenzen
- ↑Wikipedia: Fectio
- ↑Collectie Utrecht: Castellum Fectio: het oudste Romeinse legerkamp in Utrecht
Fectio was een Romeins fort (Latijn: castellum) in de provincie Neder-Germanië (Germania Inferior) aan de noordgrens van het Romeinse Rijk (de limes). Het castellum maakte daarin deel uit van een gordel van legerkampen (castra) en verdedigingstorens (turres).
De eerste opbouw van het castellum stamt uit de tijd van de Romeinse keizer Augustus (27 v.Chr - 14 n.Chr). Vermoedelijk is Fectio in het jaar 4 of 5 n. Chr. gebouwd. Fectio lag strategisch, omdat enkele kilometers naar het westen de Vecht aftakte van de Rijn. Via de Vecht kon Frisia worden bereikt en via de Rijn het gebied van de Cananefaten. In het jaar 47 werd de Rijn de noordgrens van het Romeinse Rijk en kreeg Fectio een defensieve rol.
Aan het einde van de eerste eeuw zijn hier afdelingen infanterie en cavalerie van II Brittanorum en I Flavia Hispanorum gelegerd. Eind tweede en begin derde eeuw zijn hier Thracische ruiters gestationeerd, de ala I Thracum. Mogelijk was Fectio ook een vlootstation voor de Romeinse vloot Classis Germanica maar harde bewijzen ontbreken. Fectio is, na de legioensvestiging in Nijmegen, de oudste en grootste militaire versterking van de Romeinen in Nederland. Bovendien was het stenen castellum van Fectio het grootste van West-Nederland en het enige dat onderdak heeft geboden aan een voltallige afdeling cavalerie.
Fectio is regelmatig verwoest en herbouwd. Zeven keer gebeurde dit van hout en de achtste keer (tussen 211 en 235) werden de hoofdgebouwen en vestingmuren van tufsteen opgetrokken.
Tussen 270 en 275 verlieten de Romeinen Fectio. Uit archeologische sporen blijkt dat toen brand gewoed heeft. De restanten van Fectio zijn hergebruikt voor de bouw van de eerste Utrechtse kerken. De Frankische hofmeier Karel Martel schonk daarbij in 723 onder meer Fectio en het enkele kilometers verderop gelegen voormalige Romeinse fort Traiectum aan het monasterium in Utrecht.
Diverse inscripties en stempelafdrukken zijn in de loop der eeuwen bij het voormalig castellum aangetroffen. Deze bevonden zich onder meer op aardewerk zoals dakpannen, en op grafstenen. Een aantal votiefstenen maakten deel uit van deze vondsten. In 1869 werden er bijvoorbeeld twee aangetroffen bij bouwwerkzaamheden voor het nieuwe fort. Bij archeologische opgravingen in 1995 en 1996 werden onder meer een wijnvat met een ingebrand stempel van keizer Caligula en een votiefsteen gewijd aan de moedergodinnen aangetroffen.123
Het Provinciaal Utrechts Genootschap van Kunsten en Wetenschappen verzamelde in de 19e eeuw ruim 10.000 vondsten uit de archeologische opgravingen in Fectio voor hun collectie. Deze collectie werd in 1995 overgedragen aan de gemeente Utrecht en is toegevoegd aan het Centraal Museum.
Zie ook
Referenzen
- ↑Polak, M. & S.L. Wynia, 1991. The Roman forts at Vechten. A survey of the excavations 1829-1989. Oudheidkundige Mededelingen uit het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden 71, blz. 125-156.
- ↑Zandstra, M.J.M., Polak, M. 2012. De Romeinse versterkingen in Vechten-Fectio. Het archeologisch onderzoek in 1946-1947 (Auxiliaria 11). Nijmegen, Auxilia.
- ↑Dijk, K.M. van 2014. Terreinencatalogus voor de werelderfgoednominatie Romeinse Limes. Amersfoort, Buro de Brug, catalogusnummer 4.2.8