Na de Bataafse opstand is op de oever van de Waal in Nijmegen-West een stedelijke nederzetting gebouwd, als opvolger van het verwoeste Oppidum Batavorum. De nieuwe nederzetting kreeg rond 100 na Chr. stadsrechten, en de naam Ulpia Noviomagus. De stad is naar Romeins model gebouwd, met een stratenplan dat rechte woonblokken (insulae) creëerde, als een schaakbordpatroon. De stad maakte met name in de 2e eeuw een grote bloei door maar rond 170 na Chr. beleefde ze moeilijke tijden. In die periode waren er invallen van de in Noord-Duitsland woonachtige Chauken en was er strijd om de troon tussen Clodius Albinus en Septimius Severus. Van die tijd dateert de stadsmuur en droge gracht.
Kort na 170 ging de stad in vlammen op. Rond het jaar 200 herrees ze maar niet meer met de grandeur van vroeger. Zo omstreek 270 - 290 werd stad definitief verlaten en verhuisde het machtscentrum van de Bataven naar het Valkhof.
De vondsten uit de stad zijn een afspiegeling van de rijkdom en hoge mate van romanisering van de inwoners. De grote grafvelden ten zuiden en ten oosten van de stad vormen een weerslag van de sociale gelaagdheid binnen Ulpia Noviomagus: er zijn zowel eenvoudige graven gevonden als de resten van rijke en indrukwekkende grafmonumenten1.
Zie ook
- Zo zag Romeins Nijmegen er rond 160 uit
- http://www.livius.org/articles/place/noviomagus/nijmegen-photos/nijmegen-ulpia-noviomagus/
- J.R. Thijssen. De ontwikkeling van Ulpia Noviomagus Batavorum. Een overzicht van het gemeentelijk archeologisch onderzoek in Nijmegen-west sedert 1989. In: Romeinendag 1997.