Il n'y a pas une annotation en français. Présenté est une annotation en Néerlandais.
Grafveld Esch - Hoogkeiteren. De graven hier werden tussen 1959 en 1961 opgegraven. De vier graven worden IV t/m VII genoemd, opeenvolgend op graven I t/m III die tussen 1950 en 1952 op de Kollenberg te Esch opgegraven werden.
Graf V, dat bekend staat als 'het graf van de rijke dame' , was het rijkste van de in Esch gevonden graven. Het bevatte, naast onder meer veel luxe glaswerk, twee barnstenen hangertjes, een beursje van kralen, vier mantelspelden en het beroemde Bacchusbeeldje. Het is het enige in zijn soort dat van barnsteen gemaakt is. De vormgeving van het beeldje is geheel vrij van niet-Romeinse invloeden. Het beeldje toont een aangeschoten Bacchus, ondersteunt door één van zijn dienaren, een satyr. De dronkenschap van Bacchus verwijst naar de de gelukzaligheid die zijn volgelingen in het hiernamaals deelachtig zal worden.
De zeer Romeins vondsten die hier gedaan werden hebben sterke invloed gehad op het beeld van men van Romeins Brabant had. Brabant bleek welvarender en Romeinser dan gedacht. De overledenen waren waarschijnlijk rijke inheemse boeren die produceerden voor de bij de grote rivieren in Midden-Nederland gevestigde Romeinse garnizoenen1.
Zowel op de Kollenberg als op Hoogkeiteren dateert het oudste graf van rond 175 na Christus. Daarna is er ongeveer elke vijfentwintig jaar op allebei de plekken een graf bijgekomen. Ieder graf bestond uit een kuil van ongeveer 2 meter lang, 1,15 - 1,95 meter breed en tussen de 40 en 70 centimeter hoog. De wanden, en meestal ook de bodem, van zo’n kuil werden met dikke houten planken bekleed. De gecremeerde resten werden (in een eigen kistje (graf II-VI), een urn (graf I), of een stuk textiel (graf VII)) in de grafkist geplaatst, samen met allerlei bijgaven. Dan werd de kist afgedekt met een zwaar houten deksel, en werd de kuil dichtgegooid met grond2.
Références
- ↑Brabants Centrum: Rijke Romeinse graven ontdekt in Esch
- ↑BHIC: Operatie Taartschep
Grafveld Esch - Hoogkeiteren. De graven hier werden tussen 1959 en 1961 opgegraven. De vier graven worden IV t/m VII genoemd, opeenvolgend op graven I t/m III die tussen 1950 en 1952 op de Kollenberg te Esch opgegraven werden.
Graf V, dat bekend staat als 'het graf van de rijke dame' , was het rijkste van de in Esch gevonden graven. Het bevatte, naast onder meer veel luxe glaswerk, twee barnstenen hangertjes, een beursje van kralen, vier mantelspelden en het beroemde Bacchusbeeldje. Het is het enige in zijn soort dat van barnsteen gemaakt is. De vormgeving van het beeldje is geheel vrij van niet-Romeinse invloeden. Het beeldje toont een aangeschoten Bacchus, ondersteunt door één van zijn dienaren, een satyr. De dronkenschap van Bacchus verwijst naar de de gelukzaligheid die zijn volgelingen in het hiernamaals deelachtig zal worden.
De zeer Romeins vondsten die hier gedaan werden hebben sterke invloed gehad op het beeld van men van Romeins Brabant had. Brabant bleek welvarender en Romeinser dan gedacht. De overledenen waren waarschijnlijk rijke inheemse boeren die produceerden voor de bij de grote rivieren in Midden-Nederland gevestigde Romeinse garnizoenen1.
Zowel op de Kollenberg als op Hoogkeiteren dateert het oudste graf van rond 175 na Christus. Daarna is er ongeveer elke vijfentwintig jaar op allebei de plekken een graf bijgekomen. Ieder graf bestond uit een kuil van ongeveer 2 meter lang, 1,15 - 1,95 meter breed en tussen de 40 en 70 centimeter hoog. De wanden, en meestal ook de bodem, van zo’n kuil werden met dikke houten planken bekleed. De gecremeerde resten werden (in een eigen kistje (graf II-VI), een urn (graf I), of een stuk textiel (graf VII)) in de grafkist geplaatst, samen met allerlei bijgaven. Dan werd de kist afgedekt met een zwaar houten deksel, en werd de kuil dichtgegooid met grond2.
Références
- ↑Brabants Centrum: Rijke Romeinse graven ontdekt in Esch
- ↑BHIC: Operatie Taartschep
