Il n'y a pas une annotation en français. Présenté est une annotation en Néerlandais.
Op deze plek zijn sporen gevonden die wijzen op een Romeinse militaire versterking, zoals een deel van een helm, munten, puin, scherven en een fragment van een dakpan. In de Romeinse tijd lag deze plek strategisch ten zuiden van een vrij noordelijke bocht in de Rijn dus wellicht lag er een militaire versterking.
In 1972 werd bij het baggeren op ca. 6 m diepte een ongeveer noordwest-zuidoost verlopende 'houtbaan' ontdekt. Deze was ongeveer 30 m lang en 8 m breed en bestond uit loodrecht op elkaar staande houtelementen (stammetjes?). In de nabijheid ervan werden veel scherven en puin uit de Romeinse tijd opgezogen. Misschien hebben wij te maken met de restanten van een Romeinse kadeconstructie in een nu dichtgeslibde rivierbedding, maar andere verklaringen zijn even (on)waarschijnlijk. De meeste vondsten werden gedaan tijdens de baggerwerkzaamheden in 1973 en 1974. Zij zijn merendeels afkomstig van een diepte van ca. 8 m beneden maaiveld, uit een Rijnarm die in de Middeleeuwen waarschijnlijk als hoofdbedding fungeerde. De Romeinse vondsten behelsden onder meer fragmenten van de bronzen bekleding van een Romeinse ijzeren helm. Op de 'Stirnband' is een inscriptie te lezen, luidende C REBVRRI d.w.z. de centurie (legerafdeling) van Reburrus.
Ook Romeins was een fragment van een dakpan met stempel EXGERINF (het Neder-Germaanse leger). 123456
Références
- ↑Tent, W.J. van 1973. Verslag van de provinciaal archeoloog van Utrecht. Jaarverslag van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek 1972, blz. 98-106
- ↑Tent, W.J. van 1975. Verslag van de provinciaal archeoloog van Utrecht. Jaarverslag van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek 1973, blz. 83-94
- ↑Tent, W.J. van 1976. Verslag van de provinciaal archeoloog van Utrecht. Jaarverslag van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek 1974, blz. 81-88
- ↑Tent, W.J. van 1977. Verslag van de provinciaal archeoloog van Utrecht. Jaarverslag van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek 1975, blz. 84-94
- ↑Tent, W.J. van & F. Vogelzang 1996. Archeologische kroniek van de provincie Utrecht over de jaren 1970-1979. Utrecht, Provincie Utrecht / Stichting Publikaties Oud-Utrecht, blz. 4-5
- ↑ARCHIS-waarnemingen 6299, 26147, 59136 en 407959
Op deze plek zijn sporen gevonden die wijzen op een Romeinse militaire versterking, zoals een deel van een helm, munten, puin, scherven en een fragment van een dakpan. In de Romeinse tijd lag deze plek strategisch ten zuiden van een vrij noordelijke bocht in de Rijn dus wellicht lag er een militaire versterking.
In 1972 werd bij het baggeren op ca. 6 m diepte een ongeveer noordwest-zuidoost verlopende 'houtbaan' ontdekt. Deze was ongeveer 30 m lang en 8 m breed en bestond uit loodrecht op elkaar staande houtelementen (stammetjes?). In de nabijheid ervan werden veel scherven en puin uit de Romeinse tijd opgezogen. Misschien hebben wij te maken met de restanten van een Romeinse kadeconstructie in een nu dichtgeslibde rivierbedding, maar andere verklaringen zijn even (on)waarschijnlijk. De meeste vondsten werden gedaan tijdens de baggerwerkzaamheden in 1973 en 1974. Zij zijn merendeels afkomstig van een diepte van ca. 8 m beneden maaiveld, uit een Rijnarm die in de Middeleeuwen waarschijnlijk als hoofdbedding fungeerde. De Romeinse vondsten behelsden onder meer fragmenten van de bronzen bekleding van een Romeinse ijzeren helm. Op de 'Stirnband' is een inscriptie te lezen, luidende C REBVRRI d.w.z. de centurie (legerafdeling) van Reburrus.
Ook Romeins was een fragment van een dakpan met stempel EXGERINF (het Neder-Germaanse leger). 123456
Références
- ↑Tent, W.J. van 1973. Verslag van de provinciaal archeoloog van Utrecht. Jaarverslag van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek 1972, blz. 98-106
- ↑Tent, W.J. van 1975. Verslag van de provinciaal archeoloog van Utrecht. Jaarverslag van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek 1973, blz. 83-94
- ↑Tent, W.J. van 1976. Verslag van de provinciaal archeoloog van Utrecht. Jaarverslag van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek 1974, blz. 81-88
- ↑Tent, W.J. van 1977. Verslag van de provinciaal archeoloog van Utrecht. Jaarverslag van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek 1975, blz. 84-94
- ↑Tent, W.J. van & F. Vogelzang 1996. Archeologische kroniek van de provincie Utrecht over de jaren 1970-1979. Utrecht, Provincie Utrecht / Stichting Publikaties Oud-Utrecht, blz. 4-5
- ↑ARCHIS-waarnemingen 6299, 26147, 59136 en 407959