1De Romeinse Maasbrug bij Cuijk werd gebouwd eind 4e eeuw n.Chr. De resten van de brug werden ontdekt in 1992.
Een groot deel van het hout kon gedateerd worden en blijkt te zijn gekapt in de winter van 368 op 369, onmiddellijk na de order van keizer Valentinianus om de Rijngrens te versterken. De brug was waarschijnlijk hetzelfde geconstrueerd als de Trierse Moezelbrug. Hierbij zijn houten palen in de rivierbedding gedreven, waarop zware stenen pijlers werden gebouwd. Enkele blokken die gevonden werden hebben zogeheten dookgaten, die gebruikt werden om de stenen te koppelen met ijzeren krammen. De verbinding werd daarna met lood overgoten. Daar de dateringen van de verschillende palen zeer verschillend zijn, is aannemelijk dat de brug vaak hersteld is geweest. Middels jaarringenmethode is vastgesteld dat de jongste pijlers uit 390 stammen.De brug zou tot in de vroege middeleeuwen in gebruik geweest kunnen zijn, maar hierover is geen duidelijkheid.
De restanten van de brug bestaan uit concentraties van in de bodem geheide palen, die als fundering voor de pijlers gediend hebben en los liggende blokken bewerkt natuursteen van de opbouw van de brug. Dendrochronologisch onderzoek heeft aangetoond dat het gaat om een 4e eeuwse brug met 3 bouwfasen. De lengte van de brug moet ongeveer 450 meter geweest zijn 2.
Op een van de palen van de brug is een met een dissel ingehakte tekst te lezen. De letters zijn 2 cm breed en over de volle breedte van de paal aangebracht. De totale tekst is 80 cm lang. Waarschijnlijk is de tekst te lezen als "ETERNA", maar daarover bestaat absoluut geen zekerheid3. Er lijkt hiermee een parallel te bestaan met het opschrift op de brug van Alcántara.
Zie ook
- Brabantserfgoed.nl: de Romeinse brug bij Cuijk
- Mergor in Mosam: Brug bij Cuijk
- Rijksmuseum van Oudheden: De Romeinse brug bij Cuijk (YouTube)