In 1925, werden, bij grondwerkzaamheden ten behoeve van de bouw van het patronaatsgebouw, Romeinse dakpannen aangetroffen. De heer Beckers uit Beek, huisarts en ervaren archeoloog, trof bij zijn inspectie een grindfundering aan van 80 cm breed, 20 à 25 cm diep die over een lengte van 26 meter over de volle lengte van het patronaatsgebouw in noord-oostelijke richting liep. Op de grind- fundering lagen nog brokken kolenzandsteen. Aansluitende funderingen werden niet aangetroffen. Wel werd door middel van een proefsleuf vastgesteld dat de grindfundering nog ten noorden van het patronaatsterrein doorliep en dat over een lengte van 10 meter de Romeinse fundering geheel en al was weggegraven voor een steenbakkerij.
De fundering, de dakpannen en de vondst van een ronde hypocausttegel maken duidelijk dat hier een Romeins gebouw heeft gestaan. De relatie met nabijgelegen put en de weg blijft een kwestie van gissen. Geopperd is dat de waterput mogelijk iets te maken heeft met het gebouw. Dat zou, vanwege de grote omvang van de put, een openbare functie gehad moeten hebben. Doordat er slechts een wand van het gebouw gevonden werd, kan niets over een platteegrond gezegd worden. In ARCHIS worden de waarnemening gezien als behorend tot één en dezelfde site die als villa wordt geïnterpreteerd 1.









