in 1922 werden hier de resten van een achthoekige waterput blootgelegd. De zes opstaande delen van de putrand en een draagsteen zijn gemaakt van kolenzand- steen. Vanwege de opvallend grote diameter van de put (2,10 m) en omdat ‘op een afstand van ongeveer 10 meter (...) nog overblijfselen te zien [waren] van eenen muur en van eenen vloer in testa contusa’, concludeert Goossens dat de put bij een gebouw hee gestaan. De putranden zijn door hem naar het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden getransporteerd. Toen in 1977 op de binnenplaats van het museum de Egyptische Ta eh-tempel werd opgericht, moest de putrand wijken en keerde deze terug naar Grevenbicht 1.
De putrand staat nu op de hoek van de Schoolstraat met de Boulevard, dicht bij de locatie waar de put gevonden werd2.









