Vanaf 546 v.C. behoorde Sagalassos tot het Perzische Rijk. De Sagalassiërs ondernamen regelmatig plundertochten in Anatolië en kwamen zo in contact met de Grieken. Sagalassos lijkt als regionaal centrum invloedrijk toen Alexander de Grote in 333 voor Christus de stad innam. De stad controleerde en exploiteerde een territorium, beschermd door een keten van versterkingen op hellingen die onderling in contact stonden. Na de dood van Alexander kwam de regio in handen van zijn opvolgers die ze helleniseren: Grieks wordt de officiële taal, de stadsinstellingen en de materiële cultuur wijzigen.
Sinds het midden van de 2e eeuw v.Chr. is Sagalassos een productiecentrum van aardewerk. In 129 v.C. werd de stad deel van de Romeinse provincie Asia. Tijdens de heerschappij van de vazal-koning Amyntas van Galatië van 39 tot 25 voor Christus veroverde Sagalassos de regionale markt met zijn koopwaar. De stad breidde zich uit buiten de hellenistische muren.
De “via Sebaste”, aangelegd tijdens de regering van Augustus, die Antiochia in Pisidia verbond met de havens in Pamphylia liep 63 kilometer over het territorium van Sagalassos. In de loop van de eerste drie eeuwen van de Romeinse keizertijd breidde de stad uit. Het stadsareaal verdubbelde en het centrum verfraaide met monumentale openbare gebouwen. Een periode van ongeziene bouwactiviteit en welvaart startte tijdens de regering van keizer Hadrianus, van 117 tot 138 na Christus en liep tot het begin van de 3e eeuw. Aan het eind van de 2e eeuw voltooide men de Romeinse thermen, het theater en een tempelheiligdom voor de keizers Hadrianus en Antoninus Pius.
Vanaf de late 4e eeuw en het begin van de 5e eeuw komen de eerste tekenen van verval. Geleidelijk aan wordt het karakter van de stad hierdoor aangetast. Sagalassos werd een bisdom in de loop van de 4e eeuw en was vertegenwoordigd op het eerste concilie van Constantinopel in 381. Steeds meer volgelingen van de nieuwe godsdienst eisten een prominente plaats voor zich op. Toenemende spanningen tussen christenen en heidenen leidden rond 400 tot de vernietiging van de pas gerestaureerde Neonbibliotheek.
Rond 500 braken slechtere tijden aan toen een eerste aardbeving de stad trof. Er was veel schade maar de bewoners waren blijkbaar talrijk en welvarend genoeg om die monumentaal te herstellen. Na de restauratie kwam er een periode van toenemend privaat gebruik van publieke ruimten. Het resulteerde in smalle straten en portieken met kleinere ruimtes.
Na het midden van de 6e eeuw begon het economische systeem uit elkaar te vallen ten gevolge van onder meer de pestepidemie in de jaren 541 en 542. Bijna 50 procent van de bevolking van Asia Minor werd weggemaaid. Het dalende aantal arbeidskrachten en de tegenvallende oogsten in de daaropvolgende jaren brachten hongersnood. Stadsdelen werden verlaten, grote huizen werden onderverdeeld in kleinere wooneenheden. De levensstijl werd minder luxueus en ruraler. De economische malaise en onlusten versterkten dit. Toen een aardbeving rond 590 de stad volledig verwoestte, was deze grotendeels verlaten.1
Foto door Ingo Mehling, gelicenseerd onder de Creative Commons-licentie Naamsvermelding-Gelijk delen 3.0 Unported.
Externe links
Sagalassos, Archeological Research Project