Es gibt noch keine deutschsprachige Anmerkungen. Präsentiert wirden Anmerkungen auf Niederländisch.
In de vulling van een beerput werd een ‘viergodensteen’ aangetroffen. Deze stenen vormden de sokkel van zogenaamde ‘Jupiterzuilen’. Jupiterzuilen waren in de Romeinse periode populair in de noordelijke provincies van het Romeinse Rijk. Ze waren ettelijke meters hoog en waren opgebouwd uit een sokkel die soms versierd was met de voorstellingen van goden, eventueel een tussensokkel, waarop dan een zuil of pijler stond, die versierd was met bladeren (schubben), reliëfvoorstellingen van goden of een combinatie van beide. Bovenop deze monumenten stond dan een voorstelling van Jupiter, vaak zittend op een troon, soms rechtstaand, of als ruiter terwijl hij één of meerdere giganten (reuzen met benen die overgaan in slangenlichamen) onder zijn paard verplettert.
Op de steen staan de voorstellingen van vier verschillende goden: De eerste is Mercurius, de beschermer van handelaars en reizigers, met vleugels aan zijn sandalen en zijn helm en met een staf waarrond twee slangen kronkelen. In zijn rechterhand houdt hij een geldbuidel vast. De tweede is de godin Fortuna, de godin van het lot, die de hoorn des overvloeds in haar linkerhand heeft en het rad van fortuin aan haar voeten heeft staan. De derde afbeelding stelt de god Silvanus voor, beschermer van de bossen, de akkers en het vee. In zijn ene hand houdt hij een snoeimes, in de andere hand de vruchten of gewassen die hij heeft geoogst, vermoedelijk een druiventros. De vierde afbeelding stelt een gesluierde vrouwenfiguur voor. Haar rechterhand rust op haar linkerschouder. Omdat hier geen attributen zijn bewaard, blijft de identificatie van deze godin moeilijk. Vermoedelijk gaat het om Juno, de echtgenote van Jupiter, die vaak met een sluier wordt afgebeeld en wiens beeltenis vaak terugkeert op viergodenstenen1.
Referenzen
- ↑Stadsarcheologie: Vier goden in de Vermeulenstraat
In de vulling van een beerput werd een ‘viergodensteen’ aangetroffen. Deze stenen vormden de sokkel van zogenaamde ‘Jupiterzuilen’. Jupiterzuilen waren in de Romeinse periode populair in de noordelijke provincies van het Romeinse Rijk. Ze waren ettelijke meters hoog en waren opgebouwd uit een sokkel die soms versierd was met de voorstellingen van goden, eventueel een tussensokkel, waarop dan een zuil of pijler stond, die versierd was met bladeren (schubben), reliëfvoorstellingen van goden of een combinatie van beide. Bovenop deze monumenten stond dan een voorstelling van Jupiter, vaak zittend op een troon, soms rechtstaand, of als ruiter terwijl hij één of meerdere giganten (reuzen met benen die overgaan in slangenlichamen) onder zijn paard verplettert.
Op de steen staan de voorstellingen van vier verschillende goden: De eerste is Mercurius, de beschermer van handelaars en reizigers, met vleugels aan zijn sandalen en zijn helm en met een staf waarrond twee slangen kronkelen. In zijn rechterhand houdt hij een geldbuidel vast. De tweede is de godin Fortuna, de godin van het lot, die de hoorn des overvloeds in haar linkerhand heeft en het rad van fortuin aan haar voeten heeft staan. De derde afbeelding stelt de god Silvanus voor, beschermer van de bossen, de akkers en het vee. In zijn ene hand houdt hij een snoeimes, in de andere hand de vruchten of gewassen die hij heeft geoogst, vermoedelijk een druiventros. De vierde afbeelding stelt een gesluierde vrouwenfiguur voor. Haar rechterhand rust op haar linkerschouder. Omdat hier geen attributen zijn bewaard, blijft de identificatie van deze godin moeilijk. Vermoedelijk gaat het om Juno, de echtgenote van Jupiter, die vaak met een sluier wordt afgebeeld en wiens beeltenis vaak terugkeert op viergodenstenen1.
Referenzen
- ↑Stadsarcheologie: Vier goden in de Vermeulenstraat