There is no English annotation yet. Presented is an annotation in Dutch.
Kleine nederzetting uit de Romeinse tijd. Bij opgraving in 1998 werden greppels, waterputten,
kuilen en palenstructuren aangetroffen, die zijn onder te verdelen in vijf verschillende
bewoningsfasen. Tijdens de eerste pre-Claudische bewoningsfase stonden er vermoedelijk twee gelijktijdige hoofdgebouwen en enkele bijgebouwen. Een opvallend fenomeen uit deze eerste bewoningsfase zijn enkele vermoedelijke graven; crematieresten zijn echter niet aangetroffen. In de tweede fase zijn er twee huisplaatsen binnen een omheining gevonden. Daarna worden er nog drie keer nieuwe gebouwen neergezet, en wordt de percelingsstructuur aangepast en uitgebreid. De bewoning stopt aan het einde van de 2e eeuw. 12345
References
- ↑Steenbeek, R. 1983. Een fosfaatkartering in het Kromme Rijngebied (intern rapport ROB). Amersfoort, Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, catalogusnummer 19-W-2
- ↑Vos, W.K., 2000. Houten-Zuid. Het archeologisch onderzoek op terrein 8a (ADC Rapport 30). Bunschoten, Archeologisch Diensten Centrum
- ↑Vos, W.K., 2000. Houten-Zuid, VINEX-locatie Loerik/Overdam: terrein 7, 8A, 21 en 24. Archeologische Kroniek Provincie Utrecht 1998-1999, blz. 63-75
- ↑Vos, W.K. 2009. Bataafs platteland: Het Romeinse nederzettingslandschap in het Nederlandse Kromme-Rijngebied (Nederlandse Archeologische Rapporten 35). Amersfoort, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, catalogusnummer 7
- ↑ARCHIS-waarnemingen 26705, 26777, 2665, 56741, 59247, 59386 en 417934; AMK-terreinen 3516 en 3589
Kleine nederzetting uit de Romeinse tijd. Bij opgraving in 1998 werden greppels, waterputten,
kuilen en palenstructuren aangetroffen, die zijn onder te verdelen in vijf verschillende
bewoningsfasen. Tijdens de eerste pre-Claudische bewoningsfase stonden er vermoedelijk twee gelijktijdige hoofdgebouwen en enkele bijgebouwen. Een opvallend fenomeen uit deze eerste bewoningsfase zijn enkele vermoedelijke graven; crematieresten zijn echter niet aangetroffen. In de tweede fase zijn er twee huisplaatsen binnen een omheining gevonden. Daarna worden er nog drie keer nieuwe gebouwen neergezet, en wordt de percelingsstructuur aangepast en uitgebreid. De bewoning stopt aan het einde van de 2e eeuw. 12345
References
- ↑Steenbeek, R. 1983. Een fosfaatkartering in het Kromme Rijngebied (intern rapport ROB). Amersfoort, Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, catalogusnummer 19-W-2
- ↑Vos, W.K., 2000. Houten-Zuid. Het archeologisch onderzoek op terrein 8a (ADC Rapport 30). Bunschoten, Archeologisch Diensten Centrum
- ↑Vos, W.K., 2000. Houten-Zuid, VINEX-locatie Loerik/Overdam: terrein 7, 8A, 21 en 24. Archeologische Kroniek Provincie Utrecht 1998-1999, blz. 63-75
- ↑Vos, W.K. 2009. Bataafs platteland: Het Romeinse nederzettingslandschap in het Nederlandse Kromme-Rijngebied (Nederlandse Archeologische Rapporten 35). Amersfoort, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, catalogusnummer 7
- ↑ARCHIS-waarnemingen 26705, 26777, 2665, 56741, 59247, 59386 en 417934; AMK-terreinen 3516 en 3589