There is no English annotation yet. Presented is an annotation in Dutch.
Op de Duitse Feddersen Wierde zijn tijdens grootschalige terpopgravingen tussen 1955 en 1963 sporen van een groot dorp uit de Romeinse tijd gevonden; deze nederzetting zou van de 1e eeuw voor Christus tot de 5e eeuw na Christus bewoond zijn geweest.1 Tijdens deze opgravingen werd de gehele wierde afgegraven.
Vanaf de 1e eeuw v. Chr. ontstaat er radiaire verkaveling op de terp, wat een teken is van bewoning. Het dorp telde direct al vijf en mogelijk meer erven, wat erop duidt dat het door meerdere families gesticht is.2
Het dorp telde in de 2e en 3e eeuw n. Chr. meer dan 29 woonhuizen (alhoewel er ook schattingen van rond de vijftig zijn); dit waren echter niet allemaal boerderijen, zoals gebruikelijk was voor zulke terpdorpen, en zeker vier ervan hadden geen stal, wat kan betekenen dat er ambachtslieden woonden, net als in het Groningse Ezinge. In het midden van het dorp was er een grote open ruimte, en was ook een groot gebouw waarvan men aanneemt dat het de hall was waar de vooraanstaande dorpelingen hun volgelingen ontvingen.3 Tijdens deze periode was er actief contact met de Romeinen in het zuiden. Handel bloeide; het dorp lag aan de monding van de Weser, een belangrijke handelsroute in Germanië, en op de Feddersen Wierde zijn fibulae, glas, kralen, aardewerk, munten, basalten molenstenen (uit de Eiffel) en militaire voorwerpen gevonden die allemaal uit het Romeinse Rijk afkomstig zijn.4 Ook is er op het nabije grafveld het graf van een man met Romeinse officiersinsignes gevonden. De man was echter begraven in een houten bootje, wat vaak voorkomt in dit gebied, en bij zijn graf werd ook een grote houten zetel met typisch Romeinse versieringen gevonden. Dit graf behoort hoogstwaarschijnlijk aan een foederatus (een ''barbaarse'' huurling in dienst van de Romeinen) toe.
In de 4e en 5e eeuw n. Chr. telde de terp minstens 27 woonstalhuizen, maar in de eerste helft van de 5e eeuw werd het dorp, net als velen in het continentale Noordzeegebied, verlaten. Rond 450 moet het dorp helemaal verlaten zijn geweest. Er zijn echter grote gelijkenissen tussen het aardewerk dat is gevonden in de vroegste Germaanse nederzettingen in Britannië en het aardewerk dat in de Feddersen Wierde is gevonden, wat erop kan duiden dat sommige van de dorpsbewoners samen met de Angelsaksen naar Britannië zijn geëmigreerd.
References
- ↑The Oxford Companion to Archaeology, Volume 1
- ↑Op de grens van land en water: dynamiek van landschap en samenleving in Frisia gedurende de Romeinse tijd en de Volksverhuizingstijd
- ↑VAN WIERDEN EN TERPEN (nummer 15, december 2010)
- ↑Encyclopedia of Historical Archaeology
Op de Duitse Feddersen Wierde zijn tijdens grootschalige terpopgravingen tussen 1955 en 1963 sporen van een groot dorp uit de Romeinse tijd gevonden; deze nederzetting zou van de 1e eeuw voor Christus tot de 5e eeuw na Christus bewoond zijn geweest.1 Tijdens deze opgravingen werd de gehele wierde afgegraven.
Vanaf de 1e eeuw v. Chr. ontstaat er radiaire verkaveling op de terp, wat een teken is van bewoning. Het dorp telde direct al vijf en mogelijk meer erven, wat erop duidt dat het door meerdere families gesticht is.2
Het dorp telde in de 2e en 3e eeuw n. Chr. meer dan 29 woonhuizen (alhoewel er ook schattingen van rond de vijftig zijn); dit waren echter niet allemaal boerderijen, zoals gebruikelijk was voor zulke terpdorpen, en zeker vier ervan hadden geen stal, wat kan betekenen dat er ambachtslieden woonden, net als in het Groningse Ezinge. In het midden van het dorp was er een grote open ruimte, en was ook een groot gebouw waarvan men aanneemt dat het de hall was waar de vooraanstaande dorpelingen hun volgelingen ontvingen.3 Tijdens deze periode was er actief contact met de Romeinen in het zuiden. Handel bloeide; het dorp lag aan de monding van de Weser, een belangrijke handelsroute in Germanië, en op de Feddersen Wierde zijn fibulae, glas, kralen, aardewerk, munten, basalten molenstenen (uit de Eiffel) en militaire voorwerpen gevonden die allemaal uit het Romeinse Rijk afkomstig zijn.4 Ook is er op het nabije grafveld het graf van een man met Romeinse officiersinsignes gevonden. De man was echter begraven in een houten bootje, wat vaak voorkomt in dit gebied, en bij zijn graf werd ook een grote houten zetel met typisch Romeinse versieringen gevonden. Dit graf behoort hoogstwaarschijnlijk aan een foederatus (een ''barbaarse'' huurling in dienst van de Romeinen) toe.
In de 4e en 5e eeuw n. Chr. telde de terp minstens 27 woonstalhuizen, maar in de eerste helft van de 5e eeuw werd het dorp, net als velen in het continentale Noordzeegebied, verlaten. Rond 450 moet het dorp helemaal verlaten zijn geweest. Er zijn echter grote gelijkenissen tussen het aardewerk dat is gevonden in de vroegste Germaanse nederzettingen in Britannië en het aardewerk dat in de Feddersen Wierde is gevonden, wat erop kan duiden dat sommige van de dorpsbewoners samen met de Angelsaksen naar Britannië zijn geëmigreerd.
References
- ↑The Oxford Companion to Archaeology, Volume 1
- ↑Op de grens van land en water: dynamiek van landschap en samenleving in Frisia gedurende de Romeinse tijd en de Volksverhuizingstijd
- ↑VAN WIERDEN EN TERPEN (nummer 15, december 2010)
- ↑Encyclopedia of Historical Archaeology
