There is no English annotation yet. Presented is an annotation in Dutch.
Bouwfases
De vroegste stenen bouwfase van de Sint-Gorikskerk dateert uit de 9de-11de eeuw. Het was een typisch eenbeukig Karolingisch zaalkerkje. Het werd opgericht met bouwmateriaal dat in de onmiddellijke nabijheid gewonnen werd : roestbruine ijzerhoudende zandsteen en grijsgroene veldsteen, aangevuld met recuperatie Romeins bouwmateriaal. Enkele toponiemen in de buurt getuigen nog van deze ontginningen : Steenbergen ten zuidoosten en Steenland ten noorden van het dorp.
De zuidgevel werd opgetrokken in een eerder onregelmatig verband. Op verschillende plaatsen heeft men stroken Romeinse dakpannen (tegulae) gebruikt om het verband te rechten.
Aan de westgevel, waar zich de ingang bevindt, werd duidelijk meer zorg besteed. De natuurstenen liggen hier in een verzorgd verband. Zeer markant is het visgraatverband (opus spicatum) dat als decoratief element links en rechts van de ingang is aangebracht. Het bestaat uit Romeinse bakstenen, vermoedelijk afkomstig van de pilaren (pilae) van een vloerverwarmingssysteem (hypocaustum) van een Romeinse villa.
In de vroeg-gotische periode werd de kerk uitgebreid. Hierbij werd de noordgevel verplaatst. Het geeft de kerk haar huidige, tweebeukige, asymetrische grondplan.
In 1579 werd de kerk verwoest door de geuzen. Ze werd vervolgens hersteld met bakstenen, mogelijk afkomstig van de nabijgelegen burcht van Sint-Goriks-Oudenhove, waarvan nu geen spoor meer te zien is.
Zie ook
https://inventaris.onroerenderfgoed.be/dibe/relict/9807
Bouwfases
De vroegste stenen bouwfase van de Sint-Gorikskerk dateert uit de 9de-11de eeuw. Het was een typisch eenbeukig Karolingisch zaalkerkje. Het werd opgericht met bouwmateriaal dat in de onmiddellijke nabijheid gewonnen werd : roestbruine ijzerhoudende zandsteen en grijsgroene veldsteen, aangevuld met recuperatie Romeins bouwmateriaal. Enkele toponiemen in de buurt getuigen nog van deze ontginningen : Steenbergen ten zuidoosten en Steenland ten noorden van het dorp.
De zuidgevel werd opgetrokken in een eerder onregelmatig verband. Op verschillende plaatsen heeft men stroken Romeinse dakpannen (tegulae) gebruikt om het verband te rechten.
Aan de westgevel, waar zich de ingang bevindt, werd duidelijk meer zorg besteed. De natuurstenen liggen hier in een verzorgd verband. Zeer markant is het visgraatverband (opus spicatum) dat als decoratief element links en rechts van de ingang is aangebracht. Het bestaat uit Romeinse bakstenen, vermoedelijk afkomstig van de pilaren (pilae) van een vloerverwarmingssysteem (hypocaustum) van een Romeinse villa.
In de vroeg-gotische periode werd de kerk uitgebreid. Hierbij werd de noordgevel verplaatst. Het geeft de kerk haar huidige, tweebeukige, asymetrische grondplan.
In 1579 werd de kerk verwoest door de geuzen. Ze werd vervolgens hersteld met bakstenen, mogelijk afkomstig van de nabijgelegen burcht van Sint-Goriks-Oudenhove, waarvan nu geen spoor meer te zien is.
Zie ook
https://inventaris.onroerenderfgoed.be/dibe/relict/9807